Inca´s, alpaca´s en Pisco Sour

29 maart 2015 - Puerto Ayora, Ecuador

Het weerzien

Peru is het land waar we op voorhand op culinair gebied het meest naar uitkeken: enerzijds heb je er het heerlijke eten zoals bijvoorbeeld ceviche (gemarineerde rauwe vis) en cuy (cavia), anderzijds is de coctail Pisco Sour er ontstaan (hoewel Chili dit ontstaan ook claimt). Omdat we nog twee dagen te doden hadden in Arequipa (Peru´s tweede grootste stad), gingen we die dagen de gastronomie al even uittesten. Twee dagen en twee kilo later was het eindelijk zo ver: op 7 maart jongstleden zagen we na bijna vier maanden de niet-globetrotters van het gezin Aerts uit Oud-Turnhout terug. Na een hartelijke ontvangst in het naar onze normen veel te fancy hotel, moesten we de vele verhalen die we wilden vertellen even "on hold" zetten; we moesten namelijk vrij onmiddellijk aan een gegidste rondleiding door de stad beginnen, die deel uitmaakte van de strakke planning die we de komende vijftien dagen te volgen hadden.

Na de stads-tour (met als hoogtepunt het prachtige Monasterio Santa Catalina, in het midden van het stadscentrum) konden we eindelijk gaan bijpraten met enkele Pisco Sours als hulpmiddel (in Arequipa bleek het op elk uur van de dag Happy hour) en een steak van alpaca-vlees (ze zijn schattig als ze leven, en overheerlijk in de pan). De volgende dag kregen we een vreselijk slechte "stadstour" voorgeschoteld, die we dan maar gingen doorspoelen op de manier die ons snel vertrouwd werd: Pisco Sour drinkend, en alpaca etend. Na vier dagen Arequipa konden we eindelijk ook iets van de Peruviaanse landschappen gaan bewonderen, en de eerste plaats om dit te doen was Colca Canyon.

 

Spotten met condors

Dit is één van de diepste canyons ter wereld met z´n 3191 meter. De naam komt van het oude Inca-gebruik om "colca´s" in de rotsen uit te houwen; die colca´s dienden als natuurlijke koelkasten, doordat ze zich op hoogte bevonden, en door de wind gekoeld werden. In Chivay, onze slaapplaats in de vallei, gingen we eerst even bekomen in de lokale warmwaterthermen om daarna getrakteerd te worden op traditionele dansen. Ofwel lag het aan de hoogte, ofwel de gedachte om de traditionele dansen te moeten aanschouwen, maar hier viel het eerste slachtoffer van de familie (We zullen geen volledige namen noemen, laten we naar de persoon in kwestie verwijzen als Maarten A. Of dat is misschien te duidelijk, we noemen hem M. Aerts). De volgende ochtend was hij nog niet echt beter, maar moesten we desalniettemin om 5 uur opstaan om naar de vlucht van de condors te gaan kijken. Aan de Cruz de los Condores heb je het meeste kans om de tweede grootste vogel ter wereld (met een spanwijdte tot 3,8 meter) aan het werk te zien, maar er is wel altijd een beetje geluk mee gemoeid: soms blijven ze gewoon in hun nest en kan je er als toerist uren wortel schieten. Gelukkig was het bij ons niet geval: bij een stralend ochtendzonnetje zagen we twee minuten na aankomst reeds de eerste twee exemplaren voorbij zweven. Gewoonweg indrukwekkend, als ze op tientallen meters afstand passeren. Na een uur condors spotten gingen we nog kijken naar de plaats waar de Amazone-rivier ontspringt, maar dit kon ondanks de prachtige rit, en dito groene vruchtbare vallei (in het regenseizoen blijkt ze op haar mooist) toch niet tippen aan de flight of the condors.

 

Lago Titicaca: estilo peruano

Onze volgende halte ging voor ons een oude bekende zijn: Lake Titicaca. Aangezien we enkele weken geleden zo genoten hadden van de Boliviaanse kant van het meer, waren we alleen maar blij hier nogmaals naartoe te gaan. Er stond hier voor ons een tocht van twee dagen op het programma, met de voornaamste (en meest toeristische) locaties van de Peruviaanse zijde. De eerste halte, vlakbij de stad Puno van waaruit we tocht deden, waren de Islas Flotantes. Dit bouwkundig buitenbeentje was uitzonderlijk, maar helaas ook toeristisch volledig geprostitueerd: de verschillende "drijvende eilanden" bevinden zich op het water, en zijn opgebouwd uit verschillende lagen riet. De bewoners leven er van vis, eenden en rietstengels. Hun voornaamste bron inkomsten zijn de horden toeristen die hen dagelijks een bezoek brengen en die hun veel te dure producten kopen, of een veel te duur tochtje op één van hun rieten boten maken; wij behoorden tot de tweede categorie. Van daaruit gingen we naar het eiland Amantani, waar we een dag en een nacht te gast waren bij Dimitrio en z´n vrouw Paola. Zij gaven ons onderdak en eten, en wij gaven hen cadeautjes (vooral toen vader Aerts hem zijn horloge gaf, was de blijdschap van Dimitrio´s gezicht af te lezen). In de namiddag gingen de heilige ruïnes op de top van heuvel Pachatata bezichtigen, om vervolgens de dag te besluiten met een dansfeest, waarbij zowel toeristen als locals traditioneel gekleed waren. Eén van onze reisgenoten (M. Aerts) heeft hierna tot verschillende van de Inca-goden gebeden dat het bij twee traditionele dansfeesten zou blijven ...

De tweede en laatste dag op Titicaca gingen we naar het eiland Taquile, waarvan de inwoners zijn uitgeroepen tot beste wevers van Zuid-Amerika. Hier werden we getrakteerd op een presentatie van een bewoonster die een doek aan het weven was. De wevers gebruiken geen patronen, en maken dus alle doeken uit het hoofd, met schitterende resultaten tot gevolg. Na een forel, vers uit het meer, te hebben gegeten, zat de Titicaca-expeditie erop. Maar de gebroeders Aerts besloten niet weg te gaan zonder een heerlijk frisse duik in het water te hebben genomen. Onder de toeristen ging even het gerucht dat er zeeleeuwen in het water gespot waren, maar het bleken twee Belgische toeristen te zijn.

 

De navel van de wereld

De volgende dag gingen we met de bus noordwaarts naar Cuzco, vroeger de hoofdstad van de Inca´s. De oorspronkelijke naam van de stad was Cosco, wat in het Quechua "navel" betekent; het was dus de navel van de wereld, en dus ook het middelpunt van de Inca-beschaving. Onderweg stopten we met de bus nog voor enkele belangrijke bezichtigingen, zoals de tempel van Raq´chi (één van de grootste Inca-tempels), en het dorp waar de classic "El Condor Pasa" is ontstaan (ook Simon & Garfunkel hielden blijkbaar van de Inca-cultuur, waarschijnlijk na het innemen van enkele hallucinogene cactussen). Tegen de avond arriveerden we in de (volgens ons, voorlopig) mooiste stad van het continent, met haar mooie pleinen, prachtige kerken, en authentieke koloniale huizen. Aangezien we de dag nadien in de voormiddag vrij waren, konden we het aftellen naar Machu Picchu ´s avonds verder zetten in het gezelschap van tapas en Pisco Sours. In de namiddag deden we een tour door de stad en langs de belangrijkste ruïnes in de buurt, met als absolute hoogtepunt de site van Saqsayhuamán (uitgesproken als "Sexy Woman"). In de Inca-mythologie was de poema een heel belangrijk dier, en als je Cuzco van uit de lucht bekijkt (en met een beetje inlevingsvermogen), zie je dat Saqsayhuamán (gelegen op een berg ten noorden van de stad) de vorm van het hoofd van een poema heeft, en dat de lagergelegen stad het lichaam van het dier is. De negende en belangrijkste Inca Pachacuti heeft Saqsayhuamán zo gevormd en de stad laten aanleggen in de vorm van het heilige dier. Geen normale mensen hoor, die Inca´s. ´s Avonds volgde een heerlijke maaltijd, met als minpuntje dat bij Julie letterlijk het licht uitging, en ze bij het naar buiten gaan net voor de deur flauwviel (niet door overmatig drankgebruik voor alle duidelijkheid, maar door een tot op heden onbekende reden).

 

De Heilige Vallei en Het Wereldwonder

In de buurt van Cuzco ligt de Heilige Vallei van de Inca´s waar de vruchtbare grond vele landbouwproducten opleverde, en waar vele tempels werden gebouwd om de goden gunstig te stemmen. De Inca´s werkten graag in de hoogte (leuk voor hen, maar de vele bejaarde toeristen die jaarlijks passeren, zullen hen wel vervloeken): dat was duidelijk aan de tempels van Pisac en Ollantaytambo, waar we via steile trappen omhoog moesten klimmen om de indrukwekkende panorama´s over de sites en hun landbouwterrassen, en de Heilige Vallei te aanschouwen. De landbouwterrassen zijn vruchtbare lappen grond die trapsgewijs boven elkaar liggen, waar op verschillende hoogtes verschillende producten konden geproduceerd worden.

In Ollantaytambo werden we op de trein richting Aguas Calientes gezet, voor de duurste treinrit van ons leven (zij die de prijzen van de NMBS aan de dure kant vinden, blijven hier beter weg ...).

Aguas Calientes is een heel afgelegen dorp (alleen via trein te bereiken) waar niets te zien is, maar dat toch honderd duizenden toeristen per jaar over de vloer krijgt. Reden? Machu Picchu, één van Zeven Nieuwe Wereldwonderen. Tegen de avond arriveerde de trein in Aguas Calientes, en na de briefing van de volgende dag gingen we inkopen doen. Gewapend met acht liter water, twaalf (helaas, bak)bananen en enkele pakken koeken leek alles klaar voor de Grote Dag. Minder goed nieuws kwam uit de onderste regionen van moeder Maria´s lichaam: één van haar tenen was lelijk ontstoken, dus ontspannen wandelen zou er niet inzitten. Het oorspronkelijke plan was dat we met z´n vijven vanuit Aguas Calientes (2000 meter hoogte) naar de site van Machu Picchu (2400 meter) zouden gaan, om van daaruit Huayna Picchu (2700 meter) te beklimmen. Die plannen moesten noodgedwongen omgegooid worden: de twee ouders zouden met de bus naar de site gaan, en de drie kinderen te voet. Vertrekken deden we gezamenlijk om 5u30 ´s morgens. Van Aguas Calientes naar Machu Picchu is het 1700 meter wandelen, maar op deze relatief korte tocht stijg je wel 400 meter. Dit via een nieuw aangelegd, maar oud uitziend pad, bestaande uit enkel trappen. Na een uur wandelen/klimmen (en bij Maarten hijgen en sputteren) en met enkele liters zweet onderweg in de yunga-jungle verloren, kwamen we voldaan op de site aan. Maar het ergste moest toen nog komen: Huayna Picchu. Er mogen maar vierhonderd mensen per dag deze heilige berg beklimmen, en wij waren vijf van de "gelukkigen". Na vijf minuten wandelen bleek dat de duizenden bezoekers die de berg niet op mochten de gelukkigen waren. Als je tot de top wilt, moet je 300 meter steil omhoog via oneffen, glibberige stenen, honderden jaren geleden aangelegd door de Inca´s. Enkel op de echt enge stukken zijn touwen waaraan je je kan vasthouden. Naast de trappen ligt de vallei enkele honderden meters diep, om je er aan te herinneren dat je beter goed oplet bij het klimmen. Niets voor mensen met hoogtevrees of hartklachten dus. Voor de beklimming leed ik aan het eerste, nu aan allebei. Na een klein uur klimmen via het dit pad des doods, arriveerden we op de top waar die crazy Inca´s nog een tempel neergepoot hadden. Van aan de tempel heb je een waanzinnig zicht op de ruïnes van Machu Picchu 300 meter lager, en over de volledige bergachtige vallei (met rivier Urubamba als laagste punt, 700 meter lager). Het lijkt net alsof je op de top van de wereld staat, adembenemend!

Een uurtje later waren we terug beneden bij Machu Picchu en kregen we een heel interessante rondleiding van een dikke twee uur. Als je de ruïnes op zich bekijkt, is het al heel indrukwekkend, mede door de mooie omgeving. Maar met de uitleg erbij besef je pas wat voor een genieën de Inca´s echt waren. De ware bedoeling van de stad is tot op heden nog een mysterie, maar de bouwkundige technieken en het irrigatiesysteem deden ons met verstomming slaan. De site is pas begin 20ste eeuw (toevallig) ontdekt; de Spaanse Conquistadores hebben het dus nooit in hun handen gekregen. Dit draagt wederom bij tot de mystiek die rond dit Wereldwonder hangt. Vooraf waren de verwachtingen bij ons allen heel hooggespannen, maar deze werden ingelost, en vlotjes overtroffen. Wereldwonder-waardig!

 

Dieper de Inca-cultuur in

Na Machu Picchu uitgebreid te hebben verkend, pakten we met z´n allen de bus terug naar Aguas Calientes om daar de welverdiende pizza en cusqueña´s (beste bier van Peru) te nuttigen. Hierna volgde de verplichte treinrit terug naar Ollantaytambo, om van daar met een busje terug naar Cuzco te gaan. Deze reis was enerzijds zeer draaglijk door de herinnering aan de fantastische dag die we hadden. Anderzijds was ze minder draaglijk aangezien het busje niet voorzien was op mensen die groter zijn dan 1m75. Tegen 23u waren we pas terug in Cuzco, en daarom had de reisplanner de volgende dag niets op het programma gezet. We vulden hem daarom zelf in met een wandelingetje door de stad, en, uiteraard, enkele Pisco Sours.

Onze laatste gearrangeerde tour was opnieuw rond Cuzco: de Inca-terrassen in Moray en de pre-Inca zoutmijnen in Moras. De terrassen in Moray werden op het hoogtepunt van het Inca-rijk aangelegd als een soort laboratorium voor het optimaliseren van landbouwtechnieken: de verschillende terrassen lagen op verschillende hoogtes, en hierdoor konden de verschillende klimaten van het hele rijk kunstmatig nagebootst worden. Zo kon bijvoorbeeld eenzelfde aardappelsoort in het hele rijk gekweekt worden. ¡Increíble! De pre-Inca zoutmijnen (meer dan 3000 kleine terrasjes) bestonden om zout te ontginnen (bijvoorbeeld voor het pekelen van vlees) en waren een absolute lust voor het oog.

Terug in Cuzco gingen we nog even kijken naar het metershoge standbeeld van Pachacuti, om vervolgens het Cuzco-avontuur op gepaste Peruviaanse manier af te sluiten: we gingen heerlijke cuy (cavia) eten.

 

Afscheid van ouders en Peru

De voorlaatste dag vlogen we naar Lima en doken we voor de eerste keer deze reis in de Pacifische Oceaan. Op 21 maart (begin van de lente in Europa, en van de herfst in Zuid-Amerika) bezochten we het stadscentrum van Lima en toostten we een laatste keer met een Pisco Sour. In de late namiddag werden ouders en broer opgehaald en gingen Julie en ik terug als duo door het leven. Om dit te vieren werd onze eerste hit als duo dan ook een cover van "Dos cervezas, por favor".

Vooraf hadden we van verschillende andere reizigers gehoord dat Peruvianen de minst aangename Zuid-Amerikanen waren (onvriendelijk, stelen, liegen en bedriegen) maar wij kunnen dit alleen maar tegenspreken. Overal en door alle mensen werden we hartelijk ontvangen en heel goed behandeld. Dit kan er natuurlijk ook wel aan liggen dat we in Peru op een iets andere manier reisden dan de vorige drie landen: iets luxueuzer en alles vooraf geregeld. Voor Ecuador en Colombia zijn we terug op ons eigen overlevingsinstinct aangewezen.

Deze gastvrijheid gecombineerd met de heerlijke gastronomie, ongelooflijke natuur, en de ontelbare (indrukwekkende) Inca-sites maken van Peru wederom een bestemming die we niet snel zullen vergeten!

Het waren zeventien heel fijne dagen, maar we zijn klaar voor het vervolg. Wij gaan nu Hit Box ´97 van onder het stof halen, zodat we de nationale hymne van het volgende land dat we bezoeken door de boxen kunnen laten knallen: Ecuador van Sash!

https://www.youtube.com/watch?v=Tq0IQ-QH3No

Onze vliegende redactie is momenteel gevestigd op de Galapagos Eilanden, waar we onze dagen vullen al zwemmend met reusachtige schildpadden, zeeleeuwen, haaien en andere wonderbaarlijke/ongevaarlijke (zee-)wezens.

 

Indien de familie Aerts opmerkingen/bedenkingen heeft of info wilt toevoegen of laten schrappen, kunnen ze altijd een gele briefkaart opsturen naar onze redactie: 

De Julie Renaerts Experience feat. Jonas

Medialaan 1

Galapagos Eilanden

 

Tot de volgende blog!

El tren J

Foto’s

9 Reacties

  1. Maarten:
    29 maart 2015
    Misschien wel het droogste verslag en dat in het regenseizoen, met Lake Titicaca en de heilige Urubamba op de tour en de nodige Pisco Sours achter de kiezen...
    Anyway, ik ben blij dat ik deel mocht uitmaken van een prachtig stuk van jullie reis.
    Zie dat je niet wordt opgevreten door een haai of zeeschildpad in Ecuador en geniet van de koffie in Colombia en dan zie ik jullie weer snel terug in good ol' Oud-Turnhout, mi hermano y hermana!
    BMG
  2. Aerts Jan:
    29 maart 2015
    Dit reisverslag lijkt wel een kopie van ons reisprogramma, maar dan beter verwoord.
    Het weerzien na vier maanden in Arequipa was voor ons het hoogtepunt van de reis, het samen reizen was bijzonder aangenaam, en mijn droom Machu Picchu was weergaloos.
    Kort samengevat : de mooiste van de vele reizen die we reeds maakten : familie, aangenaam weer, leuke landschappen, werelderfgoed, goed eten....wat wil vakantie nog meer zijn.
    Pa &n ma
  3. Marina vansteenbeeck:
    29 maart 2015
    Weer een prachtig reisverhaal en mooie foto's, echt indrukwekkend. Echt een prachtige streek in Peru, Jonas ik heb ook vernomen dat jullie ouders en Maarten er echt van genoten hebben. Geniet nog van Ecuador en Colombia.
    Dikke kussen,
    mama, papa en Filip
  4. Sly:
    29 maart 2015
    Niet vergeten Touch of Joy of Ricky Martin op te zetten, toch ook toppertjes op de legendarische Hit Box 97 volume 3.. Weerom fantastische avonturen prachtig verwoord in mooie verhalen. Ook al is de lente hier begonnen, voorlopig regent het hier katten en honden.
  5. Sly:
    29 maart 2015
    Nog geen reden om terug te komen dus.. Geniet er nog van amigos!
  6. Patrick:
    30 maart 2015
    ... Peru, ik ontwar de rode draad ... veel drank precies !
    zal dat op mijn lijstje zetten !
  7. Kathleen Smets:
    30 maart 2015
    Weeeeer mooi om te lezen! Zeker als er dan zo wat emo/ familietoestanden inzitten (zucht). En dit dan in combinatie met werelderfgoed, lekker eten, ne goeien 'borrel'. Prachtig!
    Hou jullie taai daar! En graag tot wederhoren!
    En vooral, blijven genieten!!!
    Kathleen en Toontje x
  8. Tante Carla:
    30 maart 2015
    Alleen al voor de vlucht van de condor had ik daar willen zijn!
    Dat lijkt met machtig!

    Genoten van het verslag, zoals altijd. We kijken er steeds naar uit.
    Tot "lezens" !
    C.
  9. Lars en Griet:
    31 maart 2015
    Haha, Maarten A. of Aerts M. Heerlijk! Verder weer prachtige verhalen.

    Geniet nog van de Galapagos Eilanden en tot hoors!

    Greets, Lars en Griet