Even naar de evenaar

7 april 2015 - San Agustín, Colombia

Guaya-Kill

Na onze trip door Peru bleven er nog maar zes weken over, te verdelen over Ecuador en Colombia. We kozen ervoor om vier weken in Colombia te spenderen, dus bleven er maar twee over voor Ecuador, dit tot onze grote spijt. Hoewel zes weken een heel lange tijd is, begon in onze ogen de tijd toch te dringen, dus vanaf nu moesten we een strakke planning hanteren.

Na het afscheid van de familie lieten we er geen gras over groeien, en bracht een bus ons van Lima (in het midden van Peru) in één ruk tot in Ecuador´s grootste stad Guayaquil (quasi in het midden van Ecuador, berucht als de gevaarlijkste stad van het land). Na een busrit van 28 uur kwamen we ´s avonds aan in Guayaquil, om de volgende ochtend het vliegtuig naar de Galápagos-Eilanden te pakken.

 

Survival of the fittest

Voor de vlucht wilden we een kleine twee uur op voorhand op de luchthaven zijn, meer dan genoeg voor een ´domestic flight´. Maar dit bleek niet zo voor de Galápagos te zijn. Toen we gingen inchecken werden we onvriendelijk verwezen naar de douane-dienst voor de eilandengroep. Bleek dat we voor Galápagos minstens drie uur op voorhand op de luchthaven moesten zijn, omdat van iedereen de bagage grondig gecontroleerd moet worden (je mag namelijk bepaalde producten die het ecosysteem kunnen schaden niet meenemen), en dat je twintig Dollar per persoon moet betalen om door de douane-controle te geraken.

De bagagecontrole ging vrij vlot, maar de douane allesbehalve, waardoor de zweetdruppels op onze voorhoofden begonnen te parelen; zo´n dure vlucht wilden we uiteraard niet missen. Uiteindelijk begonnen enkele Israeli´s zich te bemoeien, waarna iedereen van onze vlucht een voorkeursbehandeling kreeg; niemand was er van op de hoogte dat je zoveel vroeger voor Galápagos op de luchthaven moet zijn, dus iedereen zat met hetzelfde probleem. Hierna konden we, hoewel we iets te laat waren, toch nog inchecken en met een gerust gemoed naar het paradijs vertrekken.

De controle van de bagage was gebeurd, en de nodige US Dollars (sinds enkele jaren de officiële munt van Ecuador) waren neergeteld. Klaar zou je dan denken. Niet op Galápagos. Bij aankomst mochten we allebei nog eens 100 USD betalen voor het Nationale Park, waarna onze bagage nog eens doorsnuffeld werd door een hond. Eenmaal we uit de luchthaven waren, moesten we nog bus-ferry-bus pakken, waarna we uiteindelijk op het eiland Santa Cruz aankwamen, in de stad Puerto Ayora. Dit is één van de drie stadjes op de archipel, en hetgeen waar de meeste (rijke) toeristen zitten. We zagen meteen gigantische albatrossen, een kolonie zeeleguanen en enkele zeeleeuwen, en wisten dat het een paradijselijke week zou worden.

 

In het spoor van Charles Darwin

Na het inchecken in hostel Los Amigos en een cocktailtje om te vieren, gingen we op zoek naar de goedkoopste (correctie: dat woord bestaat niet op Galápagos), dus minst dure manier om zoveel mogelijk van de lokale fauna & flora op te snuiven, en om zoveel mogelijk van de verschillende eilanden te zien. Voor we echt iets gezien hadden, waren we, alles inbegrepen, al meer dan een maandbudget per persoon kwijt. Eén van de agentschappen kon ons een plan op maat (lees: niet heel duur en gevarieerd) aanbieden: een dikke 400 USD per persoon voor een week vol activiteiten. Na dit opgehoest te hebben, gingen we kijken naar enkele Galápagosreuzenschildpadden (ze kunnen tot 150 jaar worden en zijn ongeveer 1,5 meter lang) en zeeleguanen (uniek op de eilanden), en gingen we een eerste keer plonsen in het hemelsblauwe water. Lekker afgekoeld gingen we in een gezellig, Caraïbisch aandoend straatje eten. Om te "vieren" dat we zoveel geld gespendeerd hadden, gingen we zoals normale mensen kreeft eten. Aanpassen aan de levensstandaarden was nog nooit zo gemakkelijk. Voor weinig geld (t.o.v in België) aten we kreeft met look en kreeft op de barbecue. Overheerlijk!

De week die volgde deden we dus gevarieerde tochten: De helft van de tijd waren het georganiseerde trips in groep waarbij we gingen snorkelen tussen de zeewezens, voorzien werden van eten en drinken, en tijd hadden om op verborgen, parelwitte stranden met bijbehorende turquoise zee te relaxen. De andere dagen pakten we een boot naar een eiland om op eigen houtje de stranden te verkennen en te snorkelen in de Pacific, te chillen met zeeleeuwen, staarwedstrijden te houden met leguanen (die we nooit wonnen), Charles Darwin-gewijs bovenvermelde dieren te observeren of simpelweg op het strand in de lokale bar enkele Ecuadoriaanse Pilseners achterover te kappen.

 

Educatief intermezzo

In 1835 kwam Charles Darwin met zijn Beagle op de archipel aan. Na het bestuderen van de verschillende diersoorten kwam hij tot de constatatie dat de dieren anders evolueerden dan hun vasteland-genoten: sommige vogels verloren hun vermogen om te vliegen, leguanen leerden zichzelf zwemmen om onder water te kunnen grazen, landschildpadden waren ongezien groot en er was een pinguïnsoort te vinden die veel noordelijker leefde dan andere soorten. Al deze bevindingen werden mede opgenomen in zijn Evolutietheorie. En 180 jaar later konden we dit alles zelf waarnemen, en na een ons uitgebreid onderzoek bleek hij het bij het rechte eind te hebben.

 

Allemaal beestjes

De hoogtepunten van ons verblijf hier waren sowieso de snorkeltochten die we deden in groep. De eerste snorkeltocht was met twee oudere Argentijnse koppels en een Koreaans koppel. Toen we net in het water zaten, zagen we verschillende scholen kleurrijke vissen langs het koraal passeren. Hierna kwamen enkele zeeleeuwen langs ons gezwommen, en uiteindelijk kwam het hoogtepunt in de vorm van tientallen reuzenzeeschildpadden. Ze waren een beetje timide, maar ze kwamen toch dicht genoeg dat we ze meermaals hadden kunnen aanraken, wat we echter niet deden, want op Galápagos is het niet de bedoeling de dieren te storen. Ze zien je eerder als vervelende paparazzi: foto´s nemen mag, maar als je ze wilt aanraken komt er herrie (wat we de volgende dag aan den lijve konden ondervinden toen we iets te dicht bij een mannetjes zeeleeuw kwamen, en hij ons vervolgens even begon te achtervolgen). Tussen de reuzenschildpadden door passeerden ook nog een handvol manta rays (reuzenroggen) in een sierlijke cadans. Helaas hebben we van deze tocht geen onderwaterfoto´s aangezien we de beschermhoes van de camera niet bijhadden ...

Na deze tocht waren we extatisch door wat we gezien hadden, maar de volgende snorkeltocht werd misschien nog beter. De vele scholen vissen hadden we reeds meermaals gezien, maar nu stalen de zeeleeuwen de show. Vaak zijn ze heel schuchter, maar af en toe willen ze gewoon spelen met de toeristen. We hadden geluk: in een twee en een half uur durende snorkelsessie rond eilandje Daphne Major waren enkele zeeleeuwen constant met ons aan het mee zwemmen, naar ons aan het toe zwemmen en vlak voor onze neuzen aan het wegduiken, en onder water aan het dollen. Tijdens deze tocht zagen we ook nog enkele haaien onder ons door zwemmen (haaien op Galápagos zijn vreemde wezens: ze zijn er niet gevaarlijk, maar ze worden blijkbaar aangetrokken door de magnetische velden rond de eilanden, en komen er vooral om vis te eten en gebruiken het als ´cleaning station´, waarbij hun huid door andere vissen wordt proper gemaakt).

De laatste snorkeltocht die we deden was met blue-footed boobies (dit is een zeevogel met blauwe, jawel, blauwe voeten) en pinguïns. Deze pinguïns zijn enig in hun soort en zijn de noordelijkste pinguïns ter wereld (en er zijn er maar drieduizend op Galápagos, echt uniek dus). Na een tijdje kregen we ook nog bezoek van een reuzenschildpad die zich absoluut niets aantrok van de toeristen die rond hem zwommen. Zo konden we hem gedurende tien minuten observeren en rondjes rond hem zwemmen, terwijl hij rustig verder at. 

Naast het feit dat het ongelooflijk duur was (daar hebben we ons bij aankomst meteen overheen gezet, want het heeft geen nut om aan dat uitgegeven geld te blijven denken), was het andere "zware punt" de hitte. Zeven dagen lang werd ons lichaam geterroriseerd door de zon, die vanaf ´s ochtends op onze lichamen aan het branden was. Pas vanaf zes uur ´s avonds bij zonsondergang konden onze lichamen een beetje op adem komen. In geen tijd had onze "vacht" dezelfde kleur als die van de zeeleeuwen. De keerzijde van de medaille is dat intussen het verval/vervel is ingetreden, en onze lichamen tweekleurig zijn geworden ...

Na een onvergetelijk week op de Galápagos-Eilanden waren we alweer toe aan de laatste week in Ecuador. Deze zouden we in en rond hoofdstad Quito doorbrengen. De vlucht moest een makkie worden na het gestress van de heenvlucht, maar nu zorgde een ongeplande tussenstop ervoor dat we enkele uren later dan gepland in Quito aankwamen.

 

Back to basics

De stad is gelegen op 2850 meter hoogte, wat het de tweede hoogste hoofdstad ter wereld maakt, na La Paz. Net als de Boliviaanse hoofdstad valt de immense omvang van de stad op als je ze binnenrijdt: de stad is 60 à 70 kilometer lang (afhankelijk van de bron) en slechts 4 kilometer breed, waardoor het één langgerekte bebouwingsstrook is in een vallei omgeven door veertien vulkanen. Tel hierbij de koloniale pracht en het feit dat de stad zo goed als op de evenaar ligt, en je hebt de meest tot de verbeelding sprekende stad die we tot nu toe bezochten.

We verbleven er in de goedkoopst mogelijke hostel die we vonden omwille van al de financiële excessen de voorbije week. Zo kwamen we in een hostel met een geurtje terecht, van waaruit we een week de stad en omgeving zouden verkennen. De eerste ochtend gingen we meteen onze wilde haren en baard in een Ecuadoriaanse plooi laten leggen (bij Julie lag de focus vooral op het haar), om daarna lekker fris het historische centrum van de stad te verkennen. Dit oude stadscentrum was het eerste centrum van een stad dat op de Unesco-wererelderfgoedlijst gezet werd, dus de verwachtingen waren hooggespannen. We kregen heel mooie kerken te zien, leuke pleinen (waar we wederom vaak werden aangesproken door, vooral zatte, mensen die graag met gringo´s wilden praten), gezellige straten en een aangename drukte. Voor ons was het hoogtepunt van Old Town het bezoek aan de Iglesia de la Compañía de Jesús, een vrij kleine kerk waar 160 jaar lang aan gewerkt is, met een bombastische maar ronduit overweldigende afwerking binnenin als gevolg. 

 

Het noorden kwijt

De volgende ochtend werden we herinnerd aan iets dat we na een week van zware uitgaven in Galápagos bijna vergeten waren: het eten is in bijna heel Zuid-Amerika heel goedkoop, en dat bleek ook zo in Ecuador te zijn. Na een broodje kaas, eieren, koffie en een sapje voor 1,50 USD als ontbijt te hebben genuttigd, trokken we naar de grootste ´claim to fame´ van het land, namelijk Mitad del Mundo, of de helft van de wereld. Door het nemen van twee bussen belandden we op deze toeristische trekpleister waar iedereen honderden selfie´s staat te nemen, maar waar eigenlijk heel weinig te zien. Het feit dat je op de evenaar staat is heel leuk, je wegen en merken dat je gewicht er net iets minder is, of van het noordelijk halfrond naar het zuidelijk halfrond en terug in 2 seconden: we wilden het graag doen, we hebben het gedaan, en daar blijft het bij.

Ons bezoek aan deze attractie duurde minder lang dan we dachten, dus hadden we nog een namiddag om La Mariscal te verkennen, de uitgangsbuurt van de stad waar de meeste backpackers zitten en waar "happy" en "hour" de magische woorden zijn. Toen we er aan kwamen wilden we meteen terug de bus naar Mitad del Mundo pakken, want in La Mariscal is absoluut niets te zien, tenzij je wilt feesten. Aangezien het net middag was, wilden we dit niet, in tegenstelling tot de iets jongere backpacker. Na een goedkoop lunchmenu gingen we een toer boeken voor de volgende dag. We waren al dagen aan het twijfelen wat we wilden doen, het enige dat we wisten was dat we er zo weinig mogelijk voor wilden betalen. Uiteindelijk kozen we voor een trip naar de vulkaan Quilotoa waarin zich een lagune heeft gevormd.

Onderweg terug naar onze hostel werd mijn gsm vakkundig uit mijn broekzak gelift tijdens het uitstappen. We hopen dat de dader in kwestie blij is met z´n nieuwe aanwinst; ik was het nooit en vind het jammer dat ik hem nu thuis niet meer kapot kan gooien.

 

Semana Santa

Tijdens Semana Santa (de Heilige Week voor Pasen) zijn er in Quito elke dag religieuze processies. Aangezien deze processies als heel belangrijk aanschouwd worden in de stad, gingen wij ook een kijkje nemen. Die avond was het de Procesión de la Luz, een optocht waarin Jezus´ lijden wordt herdacht, en voor vele Quiteños het religieuze hoogtepunt van het jaar.

Op Goede Vrijdag deden we dus de reeds vermelde toer naar Quilotoa. Onderweg maakten we, zoals gewoonlijk, enkele stops (waaronder een prachtig uitzicht over de lang uitgerekte, mistige stad), maar het hoogtepunt was absoluut de vulkaan zelf. Van boven af heb je een prachtig zicht op de vulkaan en de lagune, en vervolgens kan je in de krater afdalen tot aan het water. Je kan paarden huren om het heel steile pad af te dalen, maar wij ,als zelfverklaarde hikers, deden het uiteraard te voet. Na een uurtje langs de lagune te hebben gewandeld deden we de tocht terug naar boven ook te voet (als boetedoening voor onze zonden, het was niet voor niets Goede Vrijdag). De gids, die de tocht drie keer per week deed, had hiervoor een uur gerekend, aangezien het niet al te lange pad zeer steil was. Onderweg werden we meermaals stiekem gefotografeerd en gevraagd om mee op de foto te gaan met mensen (gringo´s die aan het afzien zijn, niets leuker voor de gemiddelde Zuid-Amerikaan), en na een dik half uur kwamen we boven aan, enkele minuten voor de getrainde gids.

 

Lokaal paasmaal

Op onze laatste dag in Quito wilden we er zeker van zijn dat we de volgende dag een bus noordwaarts naar de grens met Colombia konden nemen. Dus namen we twee bussen (waarop de ene na de andere verkoper of bedelaar opstapt) richting de noordelijke busterminal om een ticket te boeken. Na anderhalf uur op de bus door de stad kwamen we er aan, om doodleuk verteld te worden dat we geen ticket konden kopen, dat we gewoon de volgende dag moesten terugkomen. De tocht was niet helemaal tevergeefs, want nu wisten we tenminste hoe laat de bussen reden (in tegenstelling tot bij ons hebben de maatschappijen geen website om de uren te raadplegen, en kan je geen klachtenbrieven schrijven als er vertragingen zijn).

Terug in het centrum gingen we een Ecuadoriaanse specialiteit proberen: Fanesca. Deze soep/brij wordt alleen maar tijdens de Semana Santa gemaakt, en kan je dan overal in de stad eten. De basis van de soep zijn twaalf verschillende graan- een boonsoorten, die de apostelen moeten voorstellen. Klinkt indrukwekkend, maar lekker was het allesbehalve. Daarmee misschien dat het maar één week per jaar geserveerd wordt ...

Aangezien we al de bezienswaardigheden in de stad al gezien hadden, gingen we een andere specialiteit nuttigen om de vorige specialiteit door te spoelen. Canelazo is een warme drank bestaande uit aguardiente (alcoholische drank met anijssmaak van een 40°), suiker en kaneelwater. In de gezellige buurt La Ronda kan je deze drank vinden voor 0,75 USD per glas. We hoorden van een local dat je er beter niet meer dan vijf op een avond kan drinken, maar al snel hadden we door dat het wel kan ...

 

Ne me Quito pas

Spijtig dat we niet meer van Ecuador hebben gezien, maar de zes landen die we wilden doen blijken allemaal iets te veel te bieden voor de tijd die we hebben. Hier is Ecuador helaas het slachtoffer van geworden. Maar de prachtige landschappen van het continent zijn ook hier terug te vinden, en met Galápagos hebben we absoluut een nieuw hoogtepunt beleefd!

Op 5 april vertrokken we ´s ochtends vroeg met de bus uit Quito om nog een kleine maand door te brengen in het swingende, Caraïbische getinte land van drugsbaron Pablo Escobar, guerillabeweging FARC en popster Shakira!

¡Que vaya bien!

Julie & Jonas

P.S.: Van onze snorkelavonturen staan ook twee filmpjes (bij video´s) online die zeker de moeite zijn!

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Patrick:
    8 april 2015
    ...en nu naar Columbia... als je kans zou hebben om Tayrona national park te bezoeken, en Cartagena niet missen.
    tot binnenkort...
  2. Erik Vansteenbeeck:
    8 april 2015
    Super die foto's. Beetje laat maar ook nog een Zalige Pasen.
    Jullie hebben weeral prachtige momenten beleefd. En die lekkere kreeft! Natuurlijk betalen jullie mee aan het ecosysteem op de Galápagos eilanden. Mobieltje geritst, heeft lang geduurd. Had eerdere diefstallen verwacht. Bij de mammie zondag laatstleden paasdiner gehad , zoals altijd lekker en veel champagne/wijn. Jullie hebben vee in te halen hier. Noteer maar in jullie agenda 7 of 8 aug s'middags diner mammie 80 jaar. Geniet er nog met volle teugen van want einde nadert! Groetjes N Erik
  3. Katrijn:
    13 april 2015
    Amai echt super! Jullie zien er ook geweldig uit. Geniet nog van die laatse weken!!!! xx